Hoe kun je ervoor zorgen dat arme mensen gezond eten? Die vraag dringt zich op nadat deze week in het nieuws kwam dat klanten van de Voedselbank ongezond eten. Waarbij soms vergeten werd erbij te zeggen: die mensen werden in 2011 en 2012 ondervraagd. En ook: de onderzoekers schreven niet dat de pakketten ongezond waren, ze onderzochten alleen wat de mensen aten. Te veel vet, zout en suiker, te weinig groente, fruit en vis. In elk geval kregen ze niet binnen wat de richtlijnen voorschrijven.
Nu is het beeld ontstaan dat wie naar de Voedselbank gaat, met ongezond eten thuiskomt. Voor de Voedselbank, die het moet hebben van vrijwilligers, giften en de medewerking van winkels en andere leveranciers, is dat niet alleen een heel vervelend beeld, het is ook nog eens niet wáár, zegt Leo Wijnbelt, landelijk voorzitter van de Voedselbank. De realiteit is weer eens complex. Om te beginnen is er veel veranderd in vijf jaar, de pakketten zijn nu gemiddeld groter en gezonder. Het doel is: 25 gezonde producten per pakket. Er is bovendien niet één pakket. Het verschilt per week per Voedselbank, en ook hoe vaak er pakketten worden uitgegeven. Als Rusland Nederland boycot is er ineens veel groente en fruit. Als er een retailer is die ingevroren producten kan leveren, is er vlees.
En wat weet je eigenlijk van die mensen die deze pakketten krijgen? Je hoopt dat ze geen zeven dagen hoeven te leven van een pakket voor drie dagen. En dat ze het aanvullen met gezond eten. Dat ze weten (of kunnen lezen) wat ze met een stronk broccoli kunnen doen. Maar daar kun je niet op rekenen. Je weet alleen dat mensen zo weinig geld over hebben, dat ze eerder goedkope producten met veel calorieën bijkopen, dan biologische bietjes en verse zalm.
Hoe langer je met Leo Wijnbelt aan de telefoon zit, hoe meer het ongemakkelijke gevoel je bekruipt dat je geen idee hebt wat er aan de andere kant van de kloof gebeurt. Wijnbelt ziet families die al vier generaties onder de armoedegrens leven. Moeders die blij zijn met een fles cola in hun pakket omdat dat het enige is waarmee ze hun kinderen kunnen verwennen. Gezinnen die niet elke dag een warme maaltijd kunnen eten.
„Als je in armoede leeft”, zegt Wijnbelt, „gebeurt er iets in je hersenen, je bent alleen nog maar aan het overleven. Je maakt geen rationele afwegingen meer. Je hebt geen energie om verantwoorde keuzes te maken.” Hij wordt kwaad als hij eraan denkt dat kinderen honger hebben in een land waar jaarlijks voor ruim 2,5 miljard euro eten wordt weggegooid.
Niks makkelijker dan aan de gelukkige kant van de kloof te roepen dat er meer groente in de doos moet, en dat er geen chips in zou mogen. „Maar wij zijn bezig met noodhulp, voor mensen die honger hebben. We zorgen voor veilig voedsel, zo veel en zo gezond mogelijk. In die volgorde.”
Gezond eten is een kwestie waarover mensen die gezond eten zich druk maken. Wie arm is, heeft andere zorgen.
Bron: NRC 8 oktober 2017